De ‘ambitie’ van Nederland over AI staat onze toekomst in de weg

De ‘ambitie’ van Nederland over AI staat onze toekomst in de weg

Het kabinet klopt zich graag op de borst als het gaat over de positie van Nederland als technologiehub van Europa. In werkelijkheid lopen we mijlenver achter, zijn de budgetten summier en mist er op fundamentele vlakken visie. Innovatie gedijt slecht in een land dat zo graag poldert.

‘ChatGPT laat ons zien dat kunstmatige intelligentie zich razendsnel ontwikkelt en dat de mogelijkheden eindeloos zijn.’ Minister Adriaanse van Economische Zaken ging afgelopen week in gesprek met de Kamer over de kansen en risico’s van AI. Er komt geld voor ​​onderzoek en ontwikkeling dat moet zorgen voor ‘een verdubbeling van het aantal MKB-bedrijven dat AI gebruikt of ontwikkelt’. 

Het klinkt op het eerste oog veelbelovend. Maar wie bedenkt dat de beloofde 204,5 miljoen bijna twee jaar geleden was toegezegd door toenmalig staatssecretaris Mona Keijzer ziet  dat de regering moeite heeft om woord bij daad te voegen. Ook verbleekt het bedrag tegenover de miljarden die technologiegiganten als Google, Microsoft, Amazon en het Chinese Tencent jaarlijks investeren. Dat staat los van landen als Frankrijk (ca. 1.5 miljard euro), Duitsland (ca. 3 miljard euro) en Engeland (ca. 3,3 miljard euro), niet te vergeten China en de VS die beide een veelvoud hiervan opzij zetten.

Geld alleen is niet zaligmakend. Helaas schuurt het ook aan de ambitie van de minister. Die wil graag in 2027 een verdubbeling zien van de adoptie van AI bij het midden- en kleinbedrijf. Wie een recent onderzoek van de Kamer van Koophandel leest, ziet dat vorig jaar slechts 4% van het MKB zich interesseert voor de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie. Kortom: ook op dit vlak weinig hoopvolle aspiraties. 

Kunnen we ons op het vlak van academische kennis- en onderzoek dan misschien meten met omringende landen? Ondanks fraaie initiatieven – zowel de UvA als de TU Delft opende onlangs state-of-the-art AI campussen – blijven we ook op dit vlak in de achterhoede. Wie kijkt naar het aantal wetenschappelijke publicaties over AI gerelateerde technologie ziet dat volgens aggregator Statista we tussen 2016 en 2020 eindigen op een 22ste plek, na Polen, Iran en Turkije. 

Ook hier kunnen we leren van de Verenigde Staten, waar universiteiten al in 1966 een chatbot hadden, in 1984 een zelfrijdende bus ontwikkelden en later het fundament wisten te leggen voor de neurale netwerken die tegenwoordig systemen als ChatGPT mogelijk maken. Het is deze valorisatie van kennis en de samenwerking met het bedrijfsleven dat de economie van de toekomst vormt.  

Je kunt je afvragen waarom het een probleem is dat Nederland achterloopt op het vlak van algoritmes, slimme software en automatisering. Het antwoord is eenvoudig. Het zelflerende vermogen van kunstmatige intelligentie betekent dat organisaties die het omarmen iedere dag een beetje beter, slimmer en efficiënter kunnen werken. Niet voor niets klinkt het credo: ‘AI gaat jou niet vervangen, maar je concurrent die AI gebruikt wel’. Voor je het weet ben je uit de markt geconcurreerd door een buurman of buurvrouw die deze technologie wel omarmt. 

Is er dan nog hoop voor Nederland? Jawel, mits de overheid en het bedrijfsleven flinke stappen nemen. We moeten de samenwerking opzoeken in Europa, het land aantrekkelijk maken als vestigingsplaats voor jong talent, er moet een grootse visie worden geformuleerd. Bijvoorbeeld: Nederland als wereldwijde koploper op AI in de zorg. Bovenal moet er simpelweg actie worden ondernomen. De tijd om nog langer te polderen is helaas voorbij. De robots rammelen aan de poort. 

—-

Remy Gieling is technologie-kenner en ondernemer. Vanuit ai.nl houdt hij de ontwikkelingen rondom kunstmatige intelligentie nauwlettend in de gaten.

Related Posts